maandag 10 oktober 2011

Down Under

Zelf nog maar amper twee weken terug uit Tanzania (en wat was het geweldig!) stonden we gisteren alweer op het vliegveld van Düsseldorf om mijn ouders uit te zwaaien bij hun reis naar Australië.
Dat ik de reisgenen van mijn vader geërfd heb, is wel duidelijk.
Omdat mijn ouders, vooral mijn vader, geen vlucht van meer dan 8 uur willen maken, hebben ze hun reis naar onze tegenvoeters in etappes gepland.
Gisteren zijn ze vertrokken om via Dubai (eerste stop) naar Bangkok (tweede stop) en vervolgens naar Sydney te vliegen. In Australië zullen ze 7 weken weken verblijven en o.a. met een auto enkele weken rond gaan reizen. Ook een bezoek (vlucht) aan Tasmanië staat op het programma en dat is toch wel heel bijzonder.
Ik ben zo trots op deze levensgenieters!
Zoals mijn vader gewoon is te zeggen: "Dat ik in de winter van mijn leven nog zo'n mooie reis mag maken, is iets waar ik dankbaar voor ben" en dat kan ik me goed voorstellen!
Ik moet nog maar afwachten of ik op mijn 82e nog in staat zal zijn zulke mooie reizen te maken, maar dat mijn vader ze op zijn leeftijd in het goede gezelschap van mijn moeder maakt is iets waar ik dankbaar voor ben!

Leo en Gemma, een hele fijne tijd toegewenst in Australia!!! Geniet ervan!!!

Gek doen met Australië boek

Gek doen met Australië boek

Remco laadt de koffers in

Ma krijgt nog een kleinigheidje voor vertrek

Vliegveld Dusseldorf: de lachebekjes hebben er zin in!

zondag 28 augustus 2011

Vol verwachting klopt mijn hart...

Nog een paar dagen en dan is het zover!
Tegen de tijd dat het in Nederland wellicht eindelijk lekker weer wordt (want dat is het meestal in september en vaak zelfs nog in oktober) reizen wij af naar het Afrikaanse.
Toen ik vanmorgen de tandarts-assistente sprak (dat kan ook maar in orde zijn want in Tanzania naar de tandarts zie ik niet zo zitten :-)) verzekerde ook zij mij er wederom van dat hitte in Afrika anders is dan hitte hier.
Ik ben daar echt heel erg benieuwd naar.
Deze tandarts-assistente wist waar ze het over had, want zij heeft al vele keren in Gambia en Kenya gewerkt in de 38 graden. ("Dan staan we gewoon met een lange broek aan te werken en valt het best mee" zei ze...)
Als het hier in Nederland boven de 25 graden komt, heb ik al gauw hoofdpijn maar het schijnt daar door een andere luchtvochtigheid ECHT anders te zijn.
We gaan het meemaken!!!!

Alles is rond; een stapel dollarbiljetten in kleine coupures ligt mij aan te greinzen en het enige dat ons dus nog te doen staat is de koffer pakken. Is het heel erg raar als ik dat anderhalve week van tevoren doe? hahaha, ik ben enthousiast, ik wil NU!!

Voor de laatste dag van onze safari heb ik deze week ook nog een ballonvlucht geboekt, dus we sluiten af in stijl. Of daar foto's van op de blog komen is de vraag want ik lijd in verregaande mate aan HOOGTEVREES!
De ballonvlucht vind ik dus tegelijkertijd iets om naar uit te zien (once in een life time experience, toch?) alsook iets waar ik behoorlijk buikpijn van krijg. Het zweet staat al in mijn handen als ik eraan denk....
Spannend gaat het dus zeker worden!

Ik hoop uiteraard een heleboel mooie verhalen op te tekenen in Tanzania maar in hoeverre ik in de avonduren nog puf heb om ze digitaal te verwerken is zeer de vraag. Ook weet ik niet hoe het gesteld is met de internet verbinding in de Serengeti, dus jullie zullen misschien wat geduld moeten betrachten.
Maar, geduld is een schone zaak en daarom ga ik nu maar braaf de laatste dagen uitzitten.

Groetjes, Blinnie

maandag 8 augustus 2011

Het mag bekend zijn dat ik van dieren en natuur hou en nou kwam ik laatst foto's tegen van een baby-egeltje , zooooo schattig! Die moet ik even met iedereen delen:









dinsdag 2 augustus 2011

Tanzania


Onze vakantie naar Tanzania komt gestaag dichterbij; nog maar een paar weekjes en dan zitten we in het vliegtuig naar Kilimanjaro-airport!
Op het moment is Remco nog heel druk met het regelen van onze visa, dit gaat nog op de ouderwetse manier : paspoort, vaccinatieboekje en vooral geld J brengen naar het consulaat en twee weken later kun je alles weer ophalen compleet met je goedgekeurde visumaanvraag (hopelijk)
Hmmm, dat moeten ze toch nodig eens digitaliseren hoor, pffff, wat een ouderwets gedoe!

In Tanzania is de valuta de Tanzaniaanse Shilling en voor 1 euro krijg je een paar miljoen shilling (oké, ik overdrijf nu, maar dat is even om de zaak duidelijk te maken). De dollar is ook bijna overal geaccepteerd dus overwegen we om ook maar een stapeltje dollars mee te nemen.
Deze vakantie is immers toch anders dan anders : we gaan er zomaar vanuit dat je niet bij elke lodge een ATM machine zult tegenkomen maar toch moet er voor e.e.a. betaald worden natuurlijk. (ik zag het beeld van een Masai-mannetje al voor me van wie ik een kralenketting koop en bij wie ik vervolgens kan betalen met pin, met een heeeeeeel lang verlengsnoer eraan J)

Gisteren heb ik een bezoekje gebracht aan de GGD.
Vaccinaties hebben we dit keer niet nodig omdat de cocktails die we bij vorige reizen hebben gekregen voor genoeg antigif in ons lichaam hebben gezorgd voor de komende 10 jaar! Wel kreeg ik een stempel in mijn boekje als bewijs dat ik uit een anticholera land kom en uiteraard kreeg ik een portie Malaria tabletten voorgeschreven.
Dat laatste had nog wel wat voeten in aarde : mijn verzoek om een andere Malaria tablet dan de Malerone die ik bij een voorgaande reis heb geslikt – en waar ik doodziek van ben geworden – kon niet zo makkelijk gehonoreerd worden.
Er schijnen “maar” drie soorten Malaria tabletten voorgeschreven te worden in Nederland en de andere twee mag ik vanwege (ander) medicijngebruik niet voorgeschreven krijgen.
Bummer!
Nu heb ik dus een proefdosis Malerone tabletten meegekregen die ik de komende vier dagen moet slikken om uit te vinden of ik er inderdaad doodziek van word (hoop het dus niet!) of dat ik destijds in Peru van iets anders ziek ben geworden.
Dat laatste is best waarschijnlijk, dus daar hoop ik dan maar op.
Deze 4 Malaria tabletten kostten mij overigens 23 euro…slik L

Maar afijn, al deze dingen mogen de pret niet drukken; we zijn ondertussen de dagen aan het aftellen en kijken zeer naar onze safari uit.
Inmiddels hebben we beiden een polarisatiefilter voor onze camera aangeschaft, zijn alle afritsbroeken e.d. gewassen en zijn de flessen DEET aangeschaft dus wij zijn er klaar voor!

maandag 25 juli 2011

Fluitvergunning


Vogels; ik heb er iets mee.
En dan bedoel ik eigenlijk voornamelijk dat ik zo dol ben op hun gezang en niet dat ik met geitenwollen sokken aan en met een verrekijker in het weiland lig om te “vogelen”.
’s Ochtends om half 5 word ik gewekt door Meneer Merel die het hoogste lied zingt vanaf de schoorsteen van de overburen en daar gaat hij mee door tot een uur of half 11 in de avond, onvermoeibaar, zeven dagen in de week.
Ik hoop voor het diertje dat het tussendoor nog wel even pauzeert (bijvoorbeeld als ik op mijn werk ben), maar van FTV (Fluit Tijd Verkorting) heeft Meneer Merel nog nooit gehoord, zoveel is wel duidelijk.
Naar vrije dagen kan hij fluiten en dat doet hij dan ook (tot nu toe echter dus zonder resultaat)

Als klein kind schijn ik als ik iets opmerkelijks hoorde gezegd te hebben : “Hoort! Met de vingert!”, daarbij mijn wijsvinger opstekend.
Deze zin gebruiken Remco en ik nog steeds als we Meneer Merel horen fluiten, gewoon, omdat we het zo grappig vinden. Ook de merel heeft een toegevoegde “t” gekregen, waardoor hij Meneer Merelt heet. J
Ach ja, wij zijn rare snuiters….

Mevrouw Merel zien wij overigens niet zo vaak op dezelfde schoorsteen maar dat zal zo wel zijn redenen hebben, wellicht is zij niet in het bezit van een fluitvergunning.
Je kunt immers ook maar druk zijn met je kroost, een schoon nest, genoeg wurmen in voorraad, en zo kan ik er nog wel een paar bedenken.
Meneer Merelt deelt trouwens zijn schoorsteen met een suffe Turkse Tortel.
Wanneer ik zeg dat ik iets met vogels heb, dan bedoel ik daarmee dus geen duif want duiven zijn gewoon suffe beesten.
Veel meer dan zinloos “roekoe” roepen zit er niet in, bovendien schijten ze je auto en je tuinmeubels onder.
Ik zie het zo voor me hoe dat gegaan moet zijn toen Meneer Merelt een plek met veel bereik zocht en de schoorsteen van de Turkse Tortel uitzocht.
“Nee joh, ga jij maar hoor”, zei die suffe Turkse Tortel hoogstwaarschijnlijk, “ik zit hier uh.. toch alleen maarre…wat zinloos rond te koekeloeren” (of moet ik “roekeloeren” zeggen?) J

Afijn, feit is dat we een zomer lang van de “mooiste muziek van de wereld” kunnen genieten en dat is ook precies hetgeen ik in de wintermaanden altijd zo mis.
Niet dat ik een hekel heb aan de winter; ieder seizoen brengt zo haar eigen geneugten.
Bovendien, over vogels gesproken; in de winter arriveren de wintergasten weer en wat is er nou een leuker vogeltje dan de roodborst, om maar een voorbeeld te noemen?
Hoewel je in Nederland de Roodborst vrijwel altijd alleen ziet rondscharrelen, zagen wij bij Loch Ness in Schotland een heel clubje Roodborstjes bij elkaar zitten.
Ik heb daar geprobeerd een mooie foto te maken van een Roodborstje maar helemaal tevreden ben ik nog niet want de foto is niet scherp:
Roodborstje, Loch Ness, Schotland, December 2010
Een jaar of wat geleden ging ik eens met een vriendin naar een roofvogel-fotografie workshop, dat was erg leuk. Ik maakte er onder andere mooie foto’s van uilen, ook magnifieke beesten.
Overigens, heeft iemand zich ooit wel eens afgevraagd waarom een uil aangemerkt wordt als een “wijs dier” maar een dom iemand een “uilskuiken” genoemd wordt.
Opmerkelijk toch!
Ook een gans schijnt dom te zijn, getuige het gezegde “een domme gans”, maar als je wilt dat je erf goed bewaakt wordt kun je het beste een koppeltje ganzen aanschaffen; succes gegarandeerd.
Wat ganzen bovendien voor hebben op een waakhond is het feit dat ze niet te paaien zijn met een stukje worst J
Sneeuwuitltje
De soortnaam van deze uil weet ik niet (meer), maar mooi is hij wel!


Vogels tijdens onze reizen: we hebben er al heel wat gefotografeerd, helaas niet allemaal met even goed resultaat.
Ik herinner me nog levendig de enorm grote kuikens van de Blue Footed Boobies op de Galapagos Eilanden, wat een enorm grappige beesten!
Blue Footed Booby chick, Galapagos Islands, September 2009
Totaal niet bang voor mensen kijken ze je van een halve meter brutaal aan, daarbij van de ene op de andere flipper heen en weer dansend;  het bekende en vreselijk lachwekkende dansje van de Blue Footed Booby oefenend.
Dit filmpje moet je echt even zien:

Mooie foto’s van de Blue Footed Boobies zelf heb ik niet kunnen maken omdat zij tijdens ons bezoek aan het fourageren waren. Deze foto’s heb ik dus van het internet geplukt:

Overigens ook in de rode variant verkrijgbaar :
Red Footed Booby, Galapagos Islands, September 2009
Ook herinner ik me mijn eerste ontmoeting met de Kea’s in de bergen van Nieuw Zeeland. Deze Alpine papegaaien sloopten vakkundig het rubberwerk van de geparkeerde auto’s terwijl ik naar ze stond te kijken, echt bizar gewoon!
Goh, wat heb ik gelachen! De eigenaren van de betreffende auto’s die op dat vroege moment waarschijnlijk nog op een oor lagen zullen het ongetwijfeld minder grappig gevonden hebben.  Wat zal het allemaal niet kosten om dat weer te laten vervangen, dank je de koekoek! (of in dit geval: de Kea)
Jammer was het, dat de regen met bakken uit de hemel kwam en ik dus slechts met moeite – mijn camera beschermend – enkele verzopen Kea’s kon fotograferen.
De kwaliteit laat weer eens te wensen over….

Kea, Arthur's Pass, New Zealand, September 2006
En hier nog een foto om aan te tonen dat de Kea's zelf ook half verzopen waren...


Tot slot nog een kleine anekdote over Belinda en een merel want ik heb er geen problemen mee mezelf onsterflijk belachelijk te maken:
Op een dag reed ik ons dorp binnen achter twee andere auto’s aan en tot mijn grote schrik reed ik over een merel heen! (dat wil zeggen: twee wielen aan elke kant van de merel, niet WHAM! eroverheen) Terwijl ik over het arme beest heen reed zag ik haar oogjes bewegen en verschrikt keek ik in mijn achteruitkijk spiegel of ze weer opvloog. In mijn spiegel zag ik dat er achter mij nog een auto kwam, die er ook overheen reed; verder bewoog er niets.
In een reflex gooide ik mijn stuur om, zette mijn auto op de stoep en rende terug naar de plek waar de vogel op straat lag
 voordat er nog meer auto’s zouden komen.
Ik plukte de jonge merel van de straat; het beest was in shock, alleen de oogjes knipperden angstig .
Ik legde de merel op de bijrijderstoel en reed snel naar huis.
Daar wachtte mijn kat me al op achter de voordeur, zoals ze iedere dag deed.
Ditmaal sloot ik haar echter ondanks haar protest in de gang op en legde de merel in een doosje dat ik uit de schuur haalde. Volgens mij was er niets gebroken bij het beestje maar terwijl ik de vogel onderzocht voelde ik haar hartje als een waanzinnige in het borstkastje kloppen.
Ik besloot dat de vogel wellicht alleen met wat rust wel zou kalmeren en legde het in het doosje om wat op verhaal te komen. Verder kon ik niet zo goed bedenken wat ik er nu mee aanmoest en vroeg me af of ik de dierenambulance voor zoiets kon bellen. Tja, het klinkt wat belachelijk, maar ik zag het toch ook echt niet zitten om het beest zomaar buiten op straat aan haar einde te laten komen.
De dierenambulance was toevallig in de buurt en beloofde langs te komen.
Daar zat ik dan met een klaaglijk miauwende kat in de gang (het leek wel of ze die vogel ROOK) en met een angstige merel in een doosje.
Ik keek over de rand van het doosje en – niet lachen – ik besloot een liedje voor haar te fluiten. Of het aan mijn fluitkunst heeft gelegen weet ik niet (ook ik ben niet in het bezit van een fluitvergunning), in ieder geval leefde het beestje weer op en toen de dierenambulance voorreed was het al bijna niet meer nodig.
Toen ik ’s avonds het gebeurde aan Remco vertelde kwam hij bijna niet meer bij.
Hij zag het helemaal voor zich hoe ik zat te fluiten voor die vogel en hoe die vogel gedacht moet hebben: “Help! Wat is dat voor een vreemde vogel?! Ik moet weg hier!”
 Vervolgens maakte hij de dierenambulance belachelijk die volgens hem de merel op de eerste straathoek uit het raam zouden hebben laten vliegen.
En ja, als ik het hier zo op zit te schrijven moet ik ook wel een beetje grinniken in mezelf; ik heb er inderdaad een handje van mezelf vrij belachelijk te maken.
Maar ach, ik maak tenminste nog eens wat mee en die merel, die heeft misschien wel voor de nakomeling gezorgd die nu op de schoorsteen van de overburen zit te fluiten!


woensdag 13 juli 2011

Schatkist

Jagen is altijd leuk en dan bedoel ik de jacht op leuke dingen!

Ik ben dol op rommelmarkten en jaarlijks wordt er hier in het dorp een grote rommelmarkt georganiseerd ten bate van het Sophia Kinderziekenhuis. Ik sta dan om 07.00 uur op (je moet er wat voor over hebben J) om tezamen met onze allochtone medemens de rommelmarkt af te struinen.
Daar waar zij echter zoeken naar koelkasten en dergelijke, ben ik op zoek naar hele ander dingen!
Wat dan zoal? Tja, dat weet ik vaak zelf niet; je moet er tegenaan lopen zeg ik altijd.
Veel van wat ik zoek heeft uiteraard met mijn hobby’s te maken: er moet wat van te maken zijn.
Zo ben ik altijd op zoek naar boeken met mooie plaatjes, leuke mandjes en doosjes om te bewerken, glazen potten om spulletjes in te bewaren, platenkoffers om papier in te bewaren, oude sieraden om uit elkaar te slopen, stempels en nog veel meer.

Onlangs was er weer rommelmarkt in het dorp en voor dag en dauw stond ik naast mijn bed.
Het regende ook nog eens behoorlijk en aangezien ik altijd met de fiets ga (je auto kun je toch nooit parkeren vlakbij het terrein vanwege de drukte) was dat wel even afzien. Gelukkig was het vanwege de regen ook een stukje minder druk en dus kon ik goed "scoren".
Nadat ik de nodige boeken, de nodige rubber stempels en nog wat ander spul had gevonden zag ik opeens troosteloos alleen in de regen een mooie doos staan. (en hij stond er nog maar net want hij was nog helemaal droog :-))
Toen ik hem van dichtbij bekeek bleek het een scharnierende kist te zijn, met canvas bekleed, met mooie vintage prenten erop.
Het ding was helemaal gaaf en was afgewerkt met leren randen. Aan de zijkant zaten koperkleurige handvaten en aan de voorkant een koperkleurig slot.
Deze prachtige "schatkist" wisselde van eigenaar voor het luttele bedrag van 1 euro en opgewekt fietste ik door de regen weer naar huis.
Ook de binnenkant is helemaal gaaf en schoon en in gedachten zag ik mijn travel journals al een mooie plek krijgen in deze kist.

De koffie stond thuis al klaar en na het uitladen van mijn fietstassen, het uitdoen van mijn blubberschoenen en het wassen van mijn pikzwarte handen bekeken Remco en ik samen de "buit". Mijn dag kon niet meer stuk (en het was nog pas heel vroeg!)

Hoe vinden jullie hem?






maandag 4 juli 2011

Beren!

Oké, terug naar de beren!
Er staat immers niet voor niets zo’n hartstochtelijk pleidooi voor de vrijheid en de bescherming van de beer in de side-bar.
Wij hebben ons hart verpand aan de beer!
De allereerste keer dat wij een beer in het wild zagen was een ervaring om nooit meer te vergeten. Mijn allereerste gedachte was eigenlijk dat hij (of zij) er kleiner uitzag dan ik verwacht had, maar toen het beest zich oprichtte op de achterpoten dacht ik er anders over..
Het was in Canada in 2004, terwijl we met onze camper over Vancouver Island reden.
We hebben die specifieke vakantie 14 zwarte beren gezien met als absoluut hoogtepunt de beer die op zalm aan het vissen was in het riviertje dat naast onze camper stroomde op de camping in Port Hardy.
De beheerder van de camping vertelde ons dat de beer dagelijks terugkeerde naar dezelfde plek en dat zolang wij hem niet zijn zalm zouden afpakken er relatief weinig te vrezen was.
Nou, zalm afpakken van een beer, dat waren wij niet van plan! J
Met open mond stonden we naar de beer te kijken en maakten foto’s van gepaste afstand , toen nog met een analoge camera.
Bij thuiskomst bleek de beer op de foto’s toch wel behoorlijk ver weg en de foto’s waren dus teleurstellend.
Sindsdien hebben we het tot onze missie bestempeld om een mooie foto van een beer te maken. Helaas is ons dat bij de laatste vakantie in Canada in 2010 wederom niet gelukt!
Tja, het blijven erg gevaarlijke dieren dus simpelweg even dichterbij lopen voor een goed shot is niet mogelijk en aangezien we geen professionals zijn hebben we geen telelenzen van meters lang bij ons.
We troosten ons met de gedachte dat het heel moeilijk is dieren in het wild te fotograferen. Op deze blog staat een linkje naar http://www.dutchduowildlife.nl/ en hier kun je bijvoorbeeld lezen dat dit stel na 9 jaar (!) eindelijk een mooie foto van de Kermode beer heeft kunnen maken; over geduld gesproken! Dit zijn echte professionals en aangezien wij onze mooiste foto’s moeten zien te maken in de drie weken vakantie per jaar dat we op pad zijn, vind ik ons  resultaat vaak nog niet eens zo slecht.

Hierbij een foto van een zwarte beer die we tegenkwamen in Blue River, BC.
Blue River, Britisch Columbia september 2011
Het is een van de weinige vrij scherpe foto’s tussen de vele foto’s die bewogen waren want om een bewegende beer vanuit een bewegende boot met een telelens te fotograferen, dat valt niet mee!

Verder kwamen we ook nog een beer tegen op de campground in Fairmont Hotsprings, BC en omdat er toen redelijke consternatie ontstond hebben we  ook deze beer niet echt goed kunnen vastleggen op de gevoelige plaat. Remco heeft de beer het dichts durven benaderen voor een foto en ik heb vervolgens Remco weer gefotografeerd toen hij daarmee bezig was. (en zo blijven we lekker bezig!)
Fairmont Hot Springs, Britisch Columbia, september 2011

Fairmont Hot Springs, Britisch Columbia, september 2011
 En nu nog even een leuke anekdote :
Tijdens onze eerste vakantie in Canada in 2004 – nog voordat we ooit een beer hadden gezien – arriveerden we met onze camper op de campground Elk’s Fall in Campbell River (Vancouver Island)
Bij de receptie stond een bord met de waarschuwing dat er de dag tevoren een beer was gesignaleerd op de campground en dat voorzichtigheid geboden was.
Spannend zeg!
We parkeerden de camper op deze staats campground op een mooi bosrijk stuk vlakbij een riviertje en besloten dat we buiten zouden eten aan de picknicktafel. Hoewel het al donker werd was de temperatuur heerlijk en we zouden een vuurtje maken in de daarvoor bestemde firepit naast de picknicktafel (dit is op Canadese campgrounds goed geregeld: op iedere plek staat een picknicktafel en is een firepit aanwezig; hout is altijd te koop)
Er waren zeer weinig andere kampeerders want wij reizen nooit in het hoogseizoen.
“Maarja, die beer dan?”  vroeg Remco.
“Ach, we stoken toch een vuur”, was mijn antwoord, “en die man van de receptie zei dat het heus zo’n vaart allemaal niet zou lopen”.
Hierna stapte ik de camper in en sloot de deur achter me. Het is verboden om kookluchtjes te verspreiden dus koken moet zoveel mogelijk in afgesloten ruimtes.
Remco zou buiten snel even wat hout hakken en het vuur aanmaken.
Dit ging echter niet zoals gepland want het hout dat we gekocht hadden bleek nogal nat te zijn en hij kreeg het vuur niet aan de praat.
Omdat we op een staats campground stonden hadden we geen aansluiting met het water- en stroom net en dit houdt in dat je een nacht op je eigen watertank leeft en dat je stroom via de gasfles genereert. Tijdens het koken gebruikte ik natuurlijk regelmatig water en net toen ik naar buiten wilde stappen om de picknick tafel te dekken stormde Remco de camper in. “Ik blijf niet meer buiten hoor!” zei hij buiten adem, “ik word  helemaal gek, er zit hier ergens een beer!”
Wat bleek nu het geval: terwijl Remco hout aan het hakken was in het donker – slechts met de buitenverlichting van de camper om hem bij te lichten – hoorde hij telkens gegrom achter zich. Uiteraard zag hij niets in het duister achter zich en in zijn gedachten zag hij zichzelf al verscheurd worden door een beer terwijl ik “eten!” roepend naar buiten zou stappen met ons diner op twee bordjes J
Wetend dat zich een zwarte beer in de omgeving ophield, joeg het “gegrom” hem de stuipen op het lijf en hij wilde niet meer buiten eten. Mij leek het heel sterk dat er een beer achter de camper zat te grommen en ik vond het een beetje overdreven. Op Remco’s aandringen om dan maar lekker zelf in het donker hout te gaan hakken en het vuurtje aan te maken gaf ik mopperend toe om dan maar binnen te eten en een laatste keer waste ik mijn handen.
“Dat was het geluid dat ik hoorde!” zei Remco, doelend op het geluid dat de watertank maakt als je water aftapt.
Daarna kregen we natuurlijk allebei een giechelbui!

Die avond aten we gewoon binnen en vulden de rest van de avond met het verzinnen van groteske verhalen over beren die aan picknicktafels en in bosjes zaten om toeristen de stuipen op het lijf te jagen. 
Het hout buiten werd nog vochtiger en een vuurtje hebben we nooit meer gestookt want de volgende dag vertrokken we weer van deze campground zonder er ooit een zwarte beer te hebben gezien J

Campbell River, Britisch Columbia, september 2004
Helaas ziet deze ingescande foto's er veel slechter uit dan de originelen...
Campbell River, Britisch Columbia, september 2004

donderdag 30 juni 2011

Het zit in de genen

Het zit hem in de genen, ik heb het van geen vreemde; mijn reislust is mij duidelijk doorgegeven door mijn vader.
Geboren in 1929 reisde mijn vader de eerste jaren van zijn huwelijk voornamelijk binnen Nederland – dat was in die tijd gebruikelijk – maar al gauw verlegde hij de grenzen naar landen die weliswaar nog binnen  Europa  lagen maar toentertijd toch beschouwd werden als  heel  anders dan anders.
Zo reisde hij met mijn moeder naar het toenmalige Joegoslavië en Bulgarije.

Het lot wil dat mijn ouders scheidden toen ik twaalf jaar was en ik mijn vader daarna jarenlang niet zag. Pas na mijn dertigste werd het contact tussen ons hersteld en eigenlijk had ik toen pas door dat ik het reisvirus van hem geërfd had!
(Mijn bloemrijke taalgebruik heb ik overigens ook van hem geërfd!)

De term “levensgenieter” of “bon vivant” is mijn vader op het lijf geschreven.
Samen met Gemma, zijn tweede vrouw die ik beschouw als mijn moeder, probeert hij zoveel mogelijk van het leven te genieten en dat kenmerkt zich in zoveel mogelijk reizen, lekker eten & drinken en zoveel mogelijk leuke dingen doen. (vooral met zijn dochter en schoonzoon!)

Uiteraard hebben zij met z’n tweetjes ook de nodige ellende op hun pad gehad, met als triest dieptepunt het moment dat bij Gemma borstkanker geconstateerd werd.
Maar ook hier weer twijfel ik er niet aan dat het niet te stuiten optimisme dat tijdens deze ziekte zowel door mijn vader als door Gemma aan de dag gelegd werd, mee heeft geholpen de ziekte te bestrijden.

Inmiddels zijn we alweer vele jaren verder en is mijn vader inmiddels 82 jaar oud.
Ondanks het feit dat hij – zoals hij het zelf altijd zo mooi weet te verwoorden - “in de winter van zijn leven is aanbeland” heeft hij nog steeds een niet te stuiten levenslust.
In Januari van dit jaar was het dan ook schrikken toen hij een hartaanval kreeg.
Hij werd direct gedotterd en moest nog enkele dagen in het ziekenhuis blijven.
Dit alles tot zijn grote frustratie, er moest inmiddels zoveel gedaan worden; er lagen zoveel plannen ! En zeker zou hij opgeknapt moeten zijn om de vakantie naar Italië in Juni niet in gevaar te brengen!

Eenmaal thuis uit het ziekenhuis volgde er twee weken later nog een “collaps”  waarbij het er dusdanig ernstig aan toe ging dat Gemma echt dacht dat ze haar man ging verliezen.
Maar ook deze “tegenslag”  kwamen ze samen weer te boven en mijn vader krabbelde na de nodige ziekenhuis tijd weer op. Hij pakte zijn dagelijkse wandeling van een aantal kilometers weer op  en probeerde zo snel mogelijk te herstellen.

Aangenaam verrast was ik toen hij met liet weten dat hij met Gemma  nog dit jaar een 7 weken durende reis door Australië en Tasmanie zou  maken! Deze reis hadden ze eerder willen maken maar een hernia gooide toen roet in het eten. En omdat ze beiden geschrokken waren van de hartaanval eerder dit jaar wilden ze de reis nu zo snel mogelijk maken.
Dus, eerst in Juni naar Italië, en daarna in Oktober naar Australië en Tasmanie waarvan ze van plan zijn 2 weken in een huurauto rond te rijden.
Kijk, en dat is nou mijn vader ten voeten uit!
 “Fantastisch!” zei ik, “moet je doen!”
Vlak hierbij vooral ook niet de levenslust van Gemma uit want dit stukje gaat weliswaar over mijn vader maar ook Gemma is overal voor in.

Pa, ik ben ontzettend trots op je en ik ben blij dat je een stukje van je reisgenen aan mij hebt doorgegeven.
Ik hoop dat jullie nog vele jaren mooie reizen mogen maken samen enne… neem mooie foto’s mee terug naar huis hè! J

(oh ja, had ik dat al gezegd? Het fotografievirus komt ook van de Blom-zijde…)

Mijn vader: levensgenieter pur sang! foto genomen door Gemma

maandag 27 juni 2011

Wie schrijft, die blijft

In mijn profiel staat het al; ik houd van schrijven.  Zodoende reist op al onze reizen en trips mijn notitieboek in mijn kielzog mee. Veilig opgeborgen in mijn rugzak zit altijd een klein boekje dat ik bij elke gelegenheid tevoorschijn kan toveren om snel wat op te schrijven.
Ooit is dit geboren uit het feit dat we zoveel deden op vakantie dat ik zodoende de ene dag niet meer wist wat we de vorige dag allemaal gedaan hadden en dus besloot kleine aantekeningen te maken maar algauw groeide dit uit tot het schrijven van lange verhalen. Tja, je bent schrijver of niet J
Ik schrijf op trappen van kerken, op terrassen, in treinen en vliegtuigen, mijn boekje en mijn pen zijn altijd bij me.

Zo ook in Istanbul natuurlijk. Hier en daar koop ik tijdens een reis een nieuw boekje waardoor alle travel journals er verschillend uitzien. Afgelopen jaar had ik in Canada een mooi notitieboekje gekocht en daarin had ik al de nodige Canadese avonturen opgetekend. Ook Edinburgh, dat we afgelopen december bezochten, was beschreven in dit boekje.
Aangezien het nog niet vol was ging het mee in de rugzak naar Istanbul.

De eerste twee dagen in Istanbul had ik een schat aan informatie opgetekend en ik was helemaal tevreden met mezelf.
Toen sloeg het noodlot toe: op de derde dag kwamen we terug op onze hotelkamer en toen ik nog gauw even wat op wilde schrijven bleek het notitieboekje spoorloos te zijn.
Alles werd op zijn kop gezet maar het boekje bleef onvindbaar.
Hoe kon dat nou????
In ons hoofd gingen we na wat we allemaal gedaan hadden, waar we geweest waren; Remco belde zelfs met het restaurant waar we gegeten hadden. (En probeer dan maar eens aan een Turk wiens Engels niet best is uit te leggen wat een “notebook” is.  “No, not a laptop, but a small book in which you can write!” )
Helaas bleef het boekje onvindbaar, ook toen we de volgende morgen alle plekken afgingen waar we de dag tevoren waren.

Ik was treurig. Dit boekje bevatte zoveel informatie en dat was nu allemaal voorgoed verloren. Herschrijven is natuurlijk geen optie,  dat is onmogelijk. Alhoewel ik blij was dat een gedeelte van de Canada verhalen op mijn weblog staan, voelde ik me er erg rot.
Ik weet dat er ergere dingen zijn, maar het voelde net of een stukje van mezelf, van mijn herinneringen, weg was.

We gingen terug naar de Aya Sophia, die we dag tevoren bezochten. Na ons bezoek aan de Aya Sophia had ik in het park in mijn boekje zitten schrijven en tot onze stomme verbazing ontmoetten we een jonge gids bij de Aya Sophia die meldde dat hij ons gisteren op dat-en-dat bankje had zien zitten (en dat klopte dus!) Hij had later een vrouw zien lopen met een boekje, zij had het blijkbaar gevonden en vroeg aan verschillende mensen in het park of het boekje soms van hen was.
Ik kon mijn oren niet geloven ! Ik had mijn travel journal dus op het bankje in het park laten liggen!
Deze jonge gids zei de vrouw te kennen die hij gezien had; hij wist dat zij verkoopster van water was  en hij beloofde haar te vragen naar het boekje wanner hij haar weer zou zien.
We wisselden gegevens uit en uiteraard beloofde ik alle kosten voor verzending van het boekje te vergoeden.

We gingen verder met onze trip, en verwachtten het notitieboekje nooit meer te zien.
Ik kocht een nieuw boekje en ging verder met nieuwe verhalen, maar het verlies van het mooie travel journal bleef knagen.

Helaas gebeurde er niets, we hoorden nooit meer wat en beschouwden alles als “een typisch geval van helaas”
We vlogen naar huis en in mijn nieuwe boekje beschreef ik het verlies van het oude.

Drie weken na thuiskomst was ik alles vergeten toen er een kleine enveloppe uit Denemarken arriveerde, helemaal volgeplakt met Deense postzegels.
Mijn vriendin was net op vakantie geweest in Denemarken dus zij was de eerste aan wie ik dacht toen ik het ding van de deurmat raapte. Zou ze iets voor me gekocht hebben in Denemarken? Wat leuk!
Groot was mijn verbazing toen ik de enveloppe openscheurde en mijn notitieboekje eruit viel! De mooie kaft was van het boekje afgescheurd, alleen de verhalen restten nog.
Mijn verhalen waren terug! Ik kon mijn ogen niet geloven! Op de enveloppe stond geen afzender en er zat geen briefje bij, helemaal niets….

Maar wat geweldig ! Het enige dat ik kan bedenken is dat een Deense toerist in Istanbul mijn boekje heeftgevonden op een bankje in het park, het vervolgens mee naar huis heeft genomen en het vanuit Denemarken terug aan mij gestuurd heeft.
Ik ga er dan vanuit dat het verkoopstertje van water de mooie kaft eraf heeft gescheurd – tja, die mensen zijn niet zo rijk – en het boekje op een bankje heeft achtergelaten. Zij kon immers toch niet lezen wat er in het boekje beschreven stond en voor haar had het geen waarde.
De Deense toerist heeft het beschrevene waarschijnlijk wel op waarde geschat en omdat mijn adres gelukkig voorin stond, heeft hij of zij het aan mij teruggezonden.

Ik ben zo blij dat ik mijn travel journal terug heb!
Bedankt aardige toerist uit Denemarken!


Zo zag mijn travel journal er uit toen ik het meenam naar Istanbul

En zo zag het eruit toen het uit Denemarken arriveerde
En inmiddels is het nieuw gekochte notitieboekje ook alweer aardig volgeschreven

maandag 20 juni 2011

Istanbul

Onze city trip naar Istanbul afgelopen April was een prachtige reis.
Nooit eerder was ik in een moskee geweest en nu mocht ik twee enorm grote en mooie moskeeën bezoeken in een week!
De Aya Sophia was indrukwekkend vanwege zijn historische waarde en de prachtige aardetinten.
De Blauwe Moskee was indrukwekkend vanwege de tienduizenden prachtige blauwe tegels waarmee de binnenzijde bekleed is.
Ook de tocht over de Bosporus van het ene continent naar het andere was heel apart.
Het weer was helaas erg slecht, dus het fotograferen werd noodgedwongen tot een minimum beperkt.
De enkele leuke plaatjes die we toch nog hebben weten te maken, zie je hierbij:
klein meisje dat samen met haar moeder flesjes water verkoopt
oud mannetje op de Galata brug
De Blauwe Moskee bij nacht

zondag 19 juni 2011

Reizen, reizen en nog eens reizen

Hallo allemaal,

Tja, de titel zegt het al! Reizen is mijn lust en mijn leven.
Ieder jaar weer sparen we ons suf om een mooie reis te kunnen maken en de lijst van dingen die we nog willen bezoeken is eindeloos!

We mogen echter niet klagen.
De afgelopen jaren hebben we o.a. Canada, de US, Nieuw Zeeland, Thailand, Peru, Ecuador, en de Galapagos eilanden mogen bezoeken.

Met een geplande reis naar Tanzania in het vooruitzicht voor dit jaar en een hoopvolle vermelding voor China in 2012 zijn we lekker druk met de voorbereiding.

Iedereen die geinteresseerd is naar de verslagen van een aantal van de bovenstaande reizen verwijs ik naar onze blogs op waarbenjij.nu. Helaas worden de foto's na een jaar verwijderd, reden te meer om op deze blog verder te gaan.
RDBB.WAARBENJIJ.NU t/m RDBB6.WAARBENJIJ.NU

Veel plezier !
Belinda