maandag 25 juli 2011

Fluitvergunning


Vogels; ik heb er iets mee.
En dan bedoel ik eigenlijk voornamelijk dat ik zo dol ben op hun gezang en niet dat ik met geitenwollen sokken aan en met een verrekijker in het weiland lig om te “vogelen”.
’s Ochtends om half 5 word ik gewekt door Meneer Merel die het hoogste lied zingt vanaf de schoorsteen van de overburen en daar gaat hij mee door tot een uur of half 11 in de avond, onvermoeibaar, zeven dagen in de week.
Ik hoop voor het diertje dat het tussendoor nog wel even pauzeert (bijvoorbeeld als ik op mijn werk ben), maar van FTV (Fluit Tijd Verkorting) heeft Meneer Merel nog nooit gehoord, zoveel is wel duidelijk.
Naar vrije dagen kan hij fluiten en dat doet hij dan ook (tot nu toe echter dus zonder resultaat)

Als klein kind schijn ik als ik iets opmerkelijks hoorde gezegd te hebben : “Hoort! Met de vingert!”, daarbij mijn wijsvinger opstekend.
Deze zin gebruiken Remco en ik nog steeds als we Meneer Merel horen fluiten, gewoon, omdat we het zo grappig vinden. Ook de merel heeft een toegevoegde “t” gekregen, waardoor hij Meneer Merelt heet. J
Ach ja, wij zijn rare snuiters….

Mevrouw Merel zien wij overigens niet zo vaak op dezelfde schoorsteen maar dat zal zo wel zijn redenen hebben, wellicht is zij niet in het bezit van een fluitvergunning.
Je kunt immers ook maar druk zijn met je kroost, een schoon nest, genoeg wurmen in voorraad, en zo kan ik er nog wel een paar bedenken.
Meneer Merelt deelt trouwens zijn schoorsteen met een suffe Turkse Tortel.
Wanneer ik zeg dat ik iets met vogels heb, dan bedoel ik daarmee dus geen duif want duiven zijn gewoon suffe beesten.
Veel meer dan zinloos “roekoe” roepen zit er niet in, bovendien schijten ze je auto en je tuinmeubels onder.
Ik zie het zo voor me hoe dat gegaan moet zijn toen Meneer Merelt een plek met veel bereik zocht en de schoorsteen van de Turkse Tortel uitzocht.
“Nee joh, ga jij maar hoor”, zei die suffe Turkse Tortel hoogstwaarschijnlijk, “ik zit hier uh.. toch alleen maarre…wat zinloos rond te koekeloeren” (of moet ik “roekeloeren” zeggen?) J

Afijn, feit is dat we een zomer lang van de “mooiste muziek van de wereld” kunnen genieten en dat is ook precies hetgeen ik in de wintermaanden altijd zo mis.
Niet dat ik een hekel heb aan de winter; ieder seizoen brengt zo haar eigen geneugten.
Bovendien, over vogels gesproken; in de winter arriveren de wintergasten weer en wat is er nou een leuker vogeltje dan de roodborst, om maar een voorbeeld te noemen?
Hoewel je in Nederland de Roodborst vrijwel altijd alleen ziet rondscharrelen, zagen wij bij Loch Ness in Schotland een heel clubje Roodborstjes bij elkaar zitten.
Ik heb daar geprobeerd een mooie foto te maken van een Roodborstje maar helemaal tevreden ben ik nog niet want de foto is niet scherp:
Roodborstje, Loch Ness, Schotland, December 2010
Een jaar of wat geleden ging ik eens met een vriendin naar een roofvogel-fotografie workshop, dat was erg leuk. Ik maakte er onder andere mooie foto’s van uilen, ook magnifieke beesten.
Overigens, heeft iemand zich ooit wel eens afgevraagd waarom een uil aangemerkt wordt als een “wijs dier” maar een dom iemand een “uilskuiken” genoemd wordt.
Opmerkelijk toch!
Ook een gans schijnt dom te zijn, getuige het gezegde “een domme gans”, maar als je wilt dat je erf goed bewaakt wordt kun je het beste een koppeltje ganzen aanschaffen; succes gegarandeerd.
Wat ganzen bovendien voor hebben op een waakhond is het feit dat ze niet te paaien zijn met een stukje worst J
Sneeuwuitltje
De soortnaam van deze uil weet ik niet (meer), maar mooi is hij wel!


Vogels tijdens onze reizen: we hebben er al heel wat gefotografeerd, helaas niet allemaal met even goed resultaat.
Ik herinner me nog levendig de enorm grote kuikens van de Blue Footed Boobies op de Galapagos Eilanden, wat een enorm grappige beesten!
Blue Footed Booby chick, Galapagos Islands, September 2009
Totaal niet bang voor mensen kijken ze je van een halve meter brutaal aan, daarbij van de ene op de andere flipper heen en weer dansend;  het bekende en vreselijk lachwekkende dansje van de Blue Footed Booby oefenend.
Dit filmpje moet je echt even zien:

Mooie foto’s van de Blue Footed Boobies zelf heb ik niet kunnen maken omdat zij tijdens ons bezoek aan het fourageren waren. Deze foto’s heb ik dus van het internet geplukt:

Overigens ook in de rode variant verkrijgbaar :
Red Footed Booby, Galapagos Islands, September 2009
Ook herinner ik me mijn eerste ontmoeting met de Kea’s in de bergen van Nieuw Zeeland. Deze Alpine papegaaien sloopten vakkundig het rubberwerk van de geparkeerde auto’s terwijl ik naar ze stond te kijken, echt bizar gewoon!
Goh, wat heb ik gelachen! De eigenaren van de betreffende auto’s die op dat vroege moment waarschijnlijk nog op een oor lagen zullen het ongetwijfeld minder grappig gevonden hebben.  Wat zal het allemaal niet kosten om dat weer te laten vervangen, dank je de koekoek! (of in dit geval: de Kea)
Jammer was het, dat de regen met bakken uit de hemel kwam en ik dus slechts met moeite – mijn camera beschermend – enkele verzopen Kea’s kon fotograferen.
De kwaliteit laat weer eens te wensen over….

Kea, Arthur's Pass, New Zealand, September 2006
En hier nog een foto om aan te tonen dat de Kea's zelf ook half verzopen waren...


Tot slot nog een kleine anekdote over Belinda en een merel want ik heb er geen problemen mee mezelf onsterflijk belachelijk te maken:
Op een dag reed ik ons dorp binnen achter twee andere auto’s aan en tot mijn grote schrik reed ik over een merel heen! (dat wil zeggen: twee wielen aan elke kant van de merel, niet WHAM! eroverheen) Terwijl ik over het arme beest heen reed zag ik haar oogjes bewegen en verschrikt keek ik in mijn achteruitkijk spiegel of ze weer opvloog. In mijn spiegel zag ik dat er achter mij nog een auto kwam, die er ook overheen reed; verder bewoog er niets.
In een reflex gooide ik mijn stuur om, zette mijn auto op de stoep en rende terug naar de plek waar de vogel op straat lag
 voordat er nog meer auto’s zouden komen.
Ik plukte de jonge merel van de straat; het beest was in shock, alleen de oogjes knipperden angstig .
Ik legde de merel op de bijrijderstoel en reed snel naar huis.
Daar wachtte mijn kat me al op achter de voordeur, zoals ze iedere dag deed.
Ditmaal sloot ik haar echter ondanks haar protest in de gang op en legde de merel in een doosje dat ik uit de schuur haalde. Volgens mij was er niets gebroken bij het beestje maar terwijl ik de vogel onderzocht voelde ik haar hartje als een waanzinnige in het borstkastje kloppen.
Ik besloot dat de vogel wellicht alleen met wat rust wel zou kalmeren en legde het in het doosje om wat op verhaal te komen. Verder kon ik niet zo goed bedenken wat ik er nu mee aanmoest en vroeg me af of ik de dierenambulance voor zoiets kon bellen. Tja, het klinkt wat belachelijk, maar ik zag het toch ook echt niet zitten om het beest zomaar buiten op straat aan haar einde te laten komen.
De dierenambulance was toevallig in de buurt en beloofde langs te komen.
Daar zat ik dan met een klaaglijk miauwende kat in de gang (het leek wel of ze die vogel ROOK) en met een angstige merel in een doosje.
Ik keek over de rand van het doosje en – niet lachen – ik besloot een liedje voor haar te fluiten. Of het aan mijn fluitkunst heeft gelegen weet ik niet (ook ik ben niet in het bezit van een fluitvergunning), in ieder geval leefde het beestje weer op en toen de dierenambulance voorreed was het al bijna niet meer nodig.
Toen ik ’s avonds het gebeurde aan Remco vertelde kwam hij bijna niet meer bij.
Hij zag het helemaal voor zich hoe ik zat te fluiten voor die vogel en hoe die vogel gedacht moet hebben: “Help! Wat is dat voor een vreemde vogel?! Ik moet weg hier!”
 Vervolgens maakte hij de dierenambulance belachelijk die volgens hem de merel op de eerste straathoek uit het raam zouden hebben laten vliegen.
En ja, als ik het hier zo op zit te schrijven moet ik ook wel een beetje grinniken in mezelf; ik heb er inderdaad een handje van mezelf vrij belachelijk te maken.
Maar ach, ik maak tenminste nog eens wat mee en die merel, die heeft misschien wel voor de nakomeling gezorgd die nu op de schoorsteen van de overburen zit te fluiten!


woensdag 13 juli 2011

Schatkist

Jagen is altijd leuk en dan bedoel ik de jacht op leuke dingen!

Ik ben dol op rommelmarkten en jaarlijks wordt er hier in het dorp een grote rommelmarkt georganiseerd ten bate van het Sophia Kinderziekenhuis. Ik sta dan om 07.00 uur op (je moet er wat voor over hebben J) om tezamen met onze allochtone medemens de rommelmarkt af te struinen.
Daar waar zij echter zoeken naar koelkasten en dergelijke, ben ik op zoek naar hele ander dingen!
Wat dan zoal? Tja, dat weet ik vaak zelf niet; je moet er tegenaan lopen zeg ik altijd.
Veel van wat ik zoek heeft uiteraard met mijn hobby’s te maken: er moet wat van te maken zijn.
Zo ben ik altijd op zoek naar boeken met mooie plaatjes, leuke mandjes en doosjes om te bewerken, glazen potten om spulletjes in te bewaren, platenkoffers om papier in te bewaren, oude sieraden om uit elkaar te slopen, stempels en nog veel meer.

Onlangs was er weer rommelmarkt in het dorp en voor dag en dauw stond ik naast mijn bed.
Het regende ook nog eens behoorlijk en aangezien ik altijd met de fiets ga (je auto kun je toch nooit parkeren vlakbij het terrein vanwege de drukte) was dat wel even afzien. Gelukkig was het vanwege de regen ook een stukje minder druk en dus kon ik goed "scoren".
Nadat ik de nodige boeken, de nodige rubber stempels en nog wat ander spul had gevonden zag ik opeens troosteloos alleen in de regen een mooie doos staan. (en hij stond er nog maar net want hij was nog helemaal droog :-))
Toen ik hem van dichtbij bekeek bleek het een scharnierende kist te zijn, met canvas bekleed, met mooie vintage prenten erop.
Het ding was helemaal gaaf en was afgewerkt met leren randen. Aan de zijkant zaten koperkleurige handvaten en aan de voorkant een koperkleurig slot.
Deze prachtige "schatkist" wisselde van eigenaar voor het luttele bedrag van 1 euro en opgewekt fietste ik door de regen weer naar huis.
Ook de binnenkant is helemaal gaaf en schoon en in gedachten zag ik mijn travel journals al een mooie plek krijgen in deze kist.

De koffie stond thuis al klaar en na het uitladen van mijn fietstassen, het uitdoen van mijn blubberschoenen en het wassen van mijn pikzwarte handen bekeken Remco en ik samen de "buit". Mijn dag kon niet meer stuk (en het was nog pas heel vroeg!)

Hoe vinden jullie hem?






maandag 4 juli 2011

Beren!

Oké, terug naar de beren!
Er staat immers niet voor niets zo’n hartstochtelijk pleidooi voor de vrijheid en de bescherming van de beer in de side-bar.
Wij hebben ons hart verpand aan de beer!
De allereerste keer dat wij een beer in het wild zagen was een ervaring om nooit meer te vergeten. Mijn allereerste gedachte was eigenlijk dat hij (of zij) er kleiner uitzag dan ik verwacht had, maar toen het beest zich oprichtte op de achterpoten dacht ik er anders over..
Het was in Canada in 2004, terwijl we met onze camper over Vancouver Island reden.
We hebben die specifieke vakantie 14 zwarte beren gezien met als absoluut hoogtepunt de beer die op zalm aan het vissen was in het riviertje dat naast onze camper stroomde op de camping in Port Hardy.
De beheerder van de camping vertelde ons dat de beer dagelijks terugkeerde naar dezelfde plek en dat zolang wij hem niet zijn zalm zouden afpakken er relatief weinig te vrezen was.
Nou, zalm afpakken van een beer, dat waren wij niet van plan! J
Met open mond stonden we naar de beer te kijken en maakten foto’s van gepaste afstand , toen nog met een analoge camera.
Bij thuiskomst bleek de beer op de foto’s toch wel behoorlijk ver weg en de foto’s waren dus teleurstellend.
Sindsdien hebben we het tot onze missie bestempeld om een mooie foto van een beer te maken. Helaas is ons dat bij de laatste vakantie in Canada in 2010 wederom niet gelukt!
Tja, het blijven erg gevaarlijke dieren dus simpelweg even dichterbij lopen voor een goed shot is niet mogelijk en aangezien we geen professionals zijn hebben we geen telelenzen van meters lang bij ons.
We troosten ons met de gedachte dat het heel moeilijk is dieren in het wild te fotograferen. Op deze blog staat een linkje naar http://www.dutchduowildlife.nl/ en hier kun je bijvoorbeeld lezen dat dit stel na 9 jaar (!) eindelijk een mooie foto van de Kermode beer heeft kunnen maken; over geduld gesproken! Dit zijn echte professionals en aangezien wij onze mooiste foto’s moeten zien te maken in de drie weken vakantie per jaar dat we op pad zijn, vind ik ons  resultaat vaak nog niet eens zo slecht.

Hierbij een foto van een zwarte beer die we tegenkwamen in Blue River, BC.
Blue River, Britisch Columbia september 2011
Het is een van de weinige vrij scherpe foto’s tussen de vele foto’s die bewogen waren want om een bewegende beer vanuit een bewegende boot met een telelens te fotograferen, dat valt niet mee!

Verder kwamen we ook nog een beer tegen op de campground in Fairmont Hotsprings, BC en omdat er toen redelijke consternatie ontstond hebben we  ook deze beer niet echt goed kunnen vastleggen op de gevoelige plaat. Remco heeft de beer het dichts durven benaderen voor een foto en ik heb vervolgens Remco weer gefotografeerd toen hij daarmee bezig was. (en zo blijven we lekker bezig!)
Fairmont Hot Springs, Britisch Columbia, september 2011

Fairmont Hot Springs, Britisch Columbia, september 2011
 En nu nog even een leuke anekdote :
Tijdens onze eerste vakantie in Canada in 2004 – nog voordat we ooit een beer hadden gezien – arriveerden we met onze camper op de campground Elk’s Fall in Campbell River (Vancouver Island)
Bij de receptie stond een bord met de waarschuwing dat er de dag tevoren een beer was gesignaleerd op de campground en dat voorzichtigheid geboden was.
Spannend zeg!
We parkeerden de camper op deze staats campground op een mooi bosrijk stuk vlakbij een riviertje en besloten dat we buiten zouden eten aan de picknicktafel. Hoewel het al donker werd was de temperatuur heerlijk en we zouden een vuurtje maken in de daarvoor bestemde firepit naast de picknicktafel (dit is op Canadese campgrounds goed geregeld: op iedere plek staat een picknicktafel en is een firepit aanwezig; hout is altijd te koop)
Er waren zeer weinig andere kampeerders want wij reizen nooit in het hoogseizoen.
“Maarja, die beer dan?”  vroeg Remco.
“Ach, we stoken toch een vuur”, was mijn antwoord, “en die man van de receptie zei dat het heus zo’n vaart allemaal niet zou lopen”.
Hierna stapte ik de camper in en sloot de deur achter me. Het is verboden om kookluchtjes te verspreiden dus koken moet zoveel mogelijk in afgesloten ruimtes.
Remco zou buiten snel even wat hout hakken en het vuur aanmaken.
Dit ging echter niet zoals gepland want het hout dat we gekocht hadden bleek nogal nat te zijn en hij kreeg het vuur niet aan de praat.
Omdat we op een staats campground stonden hadden we geen aansluiting met het water- en stroom net en dit houdt in dat je een nacht op je eigen watertank leeft en dat je stroom via de gasfles genereert. Tijdens het koken gebruikte ik natuurlijk regelmatig water en net toen ik naar buiten wilde stappen om de picknick tafel te dekken stormde Remco de camper in. “Ik blijf niet meer buiten hoor!” zei hij buiten adem, “ik word  helemaal gek, er zit hier ergens een beer!”
Wat bleek nu het geval: terwijl Remco hout aan het hakken was in het donker – slechts met de buitenverlichting van de camper om hem bij te lichten – hoorde hij telkens gegrom achter zich. Uiteraard zag hij niets in het duister achter zich en in zijn gedachten zag hij zichzelf al verscheurd worden door een beer terwijl ik “eten!” roepend naar buiten zou stappen met ons diner op twee bordjes J
Wetend dat zich een zwarte beer in de omgeving ophield, joeg het “gegrom” hem de stuipen op het lijf en hij wilde niet meer buiten eten. Mij leek het heel sterk dat er een beer achter de camper zat te grommen en ik vond het een beetje overdreven. Op Remco’s aandringen om dan maar lekker zelf in het donker hout te gaan hakken en het vuurtje aan te maken gaf ik mopperend toe om dan maar binnen te eten en een laatste keer waste ik mijn handen.
“Dat was het geluid dat ik hoorde!” zei Remco, doelend op het geluid dat de watertank maakt als je water aftapt.
Daarna kregen we natuurlijk allebei een giechelbui!

Die avond aten we gewoon binnen en vulden de rest van de avond met het verzinnen van groteske verhalen over beren die aan picknicktafels en in bosjes zaten om toeristen de stuipen op het lijf te jagen. 
Het hout buiten werd nog vochtiger en een vuurtje hebben we nooit meer gestookt want de volgende dag vertrokken we weer van deze campground zonder er ooit een zwarte beer te hebben gezien J

Campbell River, Britisch Columbia, september 2004
Helaas ziet deze ingescande foto's er veel slechter uit dan de originelen...
Campbell River, Britisch Columbia, september 2004