Ik heb goed geslapen
vannacht en sta fris op. Helaas blijft dat niet lang zo; al na het ontbijt
kondigt zich een hoofdpijn aan die de rest van de dag alleen maar erger wordt.
Aangezien het gisteren flink fris was, trek ik onder mijn sweatvest verschillende T-shirts over elkaar aan en zelfs doe ik een
shawl om.
Na het ontbijt meldt Nima zich en gedrieën gaan we –
eindelijk - het aan de overzijde gelegen klooster bezoeken. We verlaten ons
retreat door “de achterdeur” waar een
mannetje de wacht houdt (hoezo dan? lopen er hier gewelddadige yaks rond? J) en lopen door een
paadje door het weiland naar de achterzijde van het klooster. We hebben de
afgelopen dagen vele mensen hun ronde rondom het klooster zien maken en nu
komen we ze van dichtbij tegen. Afhankelijk van hoeveel tijd ze hebben maken ze
deze ronde om het klooster 1 tot 3 keer per dag. Wat ze daarmee af proberen te dwingen is me
niet helemaal duidelijk maar ze doen dit natuurlijk om
religieuze redenen.
Een hele ronde maken om het klooster en alle gebouwen die
erbij horen lijkt me nog een hele klus, ik schat dat het toch zeker wel een uur
in beslag zal nemen vooral ook omdat de weg hier en daar behoorlijk stijl
omhoog loopt.
Wij gaan door een kleine ingang ergens naar binnen en lopen
tussen allerlei vervallen huisjes door. Nima legt uit dat dit het oude gedeelte
is, hier wonen alle monniken (lama’s). Er zijn ook betrekkelijk nieuwe huisjes
en de huisjes zien er verschillend uit. Sommigen hebben een leuke uitbouw van
glas anderen lijken meer op een hondenhok.
We komen langs een wederom met vlaggetjes behangen stupa en
Nima gaat ons voor “in gebed” : hij laat alle gebedsrollen rollen en natuurlijk
volgen wij in zijn voetsporen.
Ik moet telkens bukken om onder de vlaggetjes door te kunnen
lopen want die zijn op Snees-hoogte gespannen.
Overal staan hele kleine aardewerk dingetjes die nog het meest op een mini-stupa lijken, maar dan terra-cotta kleurig. Soms staan er een heleboel bij elkaar in een berg as. Ik vraag Nima wat dit zijn en hij vertelt dat als iemand overleden is en gecremeerd is, men de as vermengt met klei en daar deze piepkleine torentjes van bakt. Deze worden dan neergezet bij de stupa of het klooster, zo is de overledene nog steeds verzekerd van gebed.
Overal staan hele kleine aardewerk dingetjes die nog het meest op een mini-stupa lijken, maar dan terra-cotta kleurig. Soms staan er een heleboel bij elkaar in een berg as. Ik vraag Nima wat dit zijn en hij vertelt dat als iemand overleden is en gecremeerd is, men de as vermengt met klei en daar deze piepkleine torentjes van bakt. Deze worden dan neergezet bij de stupa of het klooster, zo is de overledene nog steeds verzekerd van gebed.
Inmiddels is de zon uitbundig gaan schijnen en alhoewel de
lucht ijl aanvoelt door de hoogte begint het warmer en warmer te worden. Mijn
sweater en shawl gaan al gauw uit en af.
Dan slaan we een hoekje om en staan op een groot plein voor
het eigenlijke klooster. Het gebouw is prachtig versierd met houtsnijwerk dat
in de meest felle kleuren geschilderd is.
Tegen een strak blauwe lucht op de achtergrond – eindelijk!
– is het heerlijk fotograferen.
Monniken in bordeauxrode gewaden lopen over het plein voor
het klooster en de geur van wierook prikt overal in je neus. Als we binnen in
het klooster gaan kijken zien we een gigantisch grote gouden Boeddha die ik helaas
niet mag fotograferen.
Binnen in het klooster is alles ook bijzonder kleurrijk en
bovendien ligt alles helemaal bomvol met biljetten van een paar yuan. Overal
liggen bergen; als je zou willen, zou je het zo in je zak kunnen steken (wat
vrij onzinnig is, want 1 yuan = 12 cent). De biljetten liggen op beelden, op
tafels, stoelen en zelfs op de grond. Het ziet er apart uit.
Als we weer naar buiten komen word ik door een vrouw
aangesproken die met me op de foto wil en daarna koop ik bij een stalletje van
een monnik een klein souvenir.
Dat gaat niet zomaar: ik wijs aan wat ik wil hebben, betaal
de man, hij doet het souvenir in een zakje en net als ik mijn hand uit wil
steken om het zakje aan te nemen brengt hij het zakje naar zijn gezicht en
begint met gesloten ogen een gebed te zeggen.
Beleefd wacht ik totdat hij klaar is –Nima legt uit dat hij
het souvenir inzegent – maar het gebed duurt verdraaide lang.
Afijn, daarna krijg ik het zakje aangereikt met een diepe
buiging en een beleefde lach en bedank ik de man door ook een buiging voor hem
te maken.
Dat souvenir kan niet meer stuk!
Ik probeer foto’s te maken van vrouwen die het klooster
bezoeken (zij bezoeken het klooster om te bidden en sommigen zijn schoonmaaksters. Vrouwen mogen niet binnen de muren van het kloostercomplex wonen) maar dat vinden ze niet prettig dus het
moet een beetje stiekem.
Een groep jonge monniken (nog geen 18 jaar schat ik)
glimlacht verlegen naar ons.
Met hun sportieve sneakers die onder hun pijen uitkomen,
zien ze er aandoenlijk uit.
Nima laat ons “zijn”
tempel zien: in deze tempel komen alle mensen uit zijn dorp en dus kent
hij er iedereen (dat klopt; verschillende mensen zegt hij gedag of maakt een
praatje met hen)
Binnen in deze tempel geeft hij uitleg over de
verschillende, kleurrijk kinderlijke beelden die er staan en daarna maakt hij
op mijn verzoek een foto van ons voor de poort van de tempel.
Verspreid over het hele complex liggen dus meerdere kloosters, degene op het hoofdplein zijn het grootst en het belangrijkst.
Na een hele tijd rondzwerven en de brandende zon op mijn kop
begint mijn hoofdpijn heviger te worden. We hebben behoorlijk wat
gefotografeerd en omdat we ook de tijd van ons vliegtuig in de gaten moeten
houden, gaan we terug naar ons retreat volgens dezelfde weg. Op de heenweg was
dat naar beneden, nu moeten we dus klimmen.
Nima gaat voorop, daarna volgt Remco en daarachter sjok ik.
Ik heb ineens erg veel last van de hoogte en ben buiten adem. Mijn hoofd begint
te bonken en ik heb zo’n dorst, zo’n dorst.
(En dat, terwijl ik toch continue liters water wegwerk…)
Telkens moeten Nima en Remco op mij wachten, mijn benen
willen plotseling niet meer.
De shawl die ik vanmorgen nog om mijn nek had tegen de kou,
doe ik nu om mijn hoofd tegen de zon. Het weer in Nederland kan veranderlijk
zijn maar in Shangri-La kunnen ze er ook wat van.
Wij hebben gisterenavond van een stel Engelse toeristen in het retreat de tip gekregen om toch vooral de "Impression Show" te bezoeken in de volgende plaats van bestemming, Yangshuo.
Volgens hen is dit een show die we echt niet mogen missen en daarom hebben we Nima gisteren gevraagd contact op te nemen met onze gids in Yangshuo om hem te vragen om kaartjes voor deze show te bemachtigen. Nu we hem ernaar vragen deelt hij ons mee dat het hem helaas niet gelukt is contact te leggen. Dat is wel een beetje een teleurstelling maar we nemen ons voor om bij aankomst in Yangshuo onze gids hier direct naar te vragen.
Wij hebben gisterenavond van een stel Engelse toeristen in het retreat de tip gekregen om toch vooral de "Impression Show" te bezoeken in de volgende plaats van bestemming, Yangshuo.
Volgens hen is dit een show die we echt niet mogen missen en daarom hebben we Nima gisteren gevraagd contact op te nemen met onze gids in Yangshuo om hem te vragen om kaartjes voor deze show te bemachtigen. Nu we hem ernaar vragen deelt hij ons mee dat het hem helaas niet gelukt is contact te leggen. Dat is wel een beetje een teleurstelling maar we nemen ons voor om bij aankomst in Yangshuo onze gids hier direct naar te vragen.
Terug bij het retreat overleggen we met Nima: we willen hem
een kleine lunch ter afscheid aanbieden, we hebben echt een erg leuke tijd met
hem gehad.
Onder de lunch krijgen we zelfs compleet de slappe lach als
we fantaseren hoe zijn toekomstige guesthouse eruit moet gaan zien.
“Zoiets als hier”
zegt Nima, “natuurlijk minder groot en luxe, maar qua stijl hetzelfde”
We stellen ons voor hoe hij het retreat keer op keer
bezoekt, foto’s en aantekeningen maakt en uiteindelijk maakt hij zelf een grap
over rondlopen met een meetlint om alles daarna exact na te maken in zijn eigen
guesthouse.
De tranen rollen over zijn wangen en na de lunch bedanken we
hem uitgebreid en overhandigen hem een paar Delfts Blauwe klompjes om onze
genegenheid te tonen.
Ook de chauffeur krijgt een paar klompjes en daarna rijden
we naar het vliegveld.
Inmiddels ben ik vier paracetamolletjes verder en hoewel ik
nog steeds druk aan het fotograferen ben (het verlaten vliegveld van Shangri-La
moet je immers vastleggen al was het alleen maar om de naam) gaat het steeds
slechter met me.
Ik voel de bui al aankomen, maarja, we moeten vliegen naar
Yangshuo en daar is gewoon niets aan te doen. Dus, verstand op nul en een
bakkie koffie in de vertrekhal van het vliegveld doen.
Als we nagenoeg verlaten vertrekhal van het vliegveld
binnenkomen staat daar een Snees mevrouwtje te wachten, de handen achter de
rug, die ons onmiddellijk aanspreekt en ons in slecht Engels informeert dat we
te vroeg zijn voor onze vlucht (hoe weet zij nou wanneer en waar naartoe wij
vliegen? J )
en ze verwijst ons naar de koffiebar.
Ja, fijn, dank u wel mevrouw, maar ik wil eerst nog een paar
foto’s van de vertrekhal nemen, want die ziet er zeer kleurrijk uit.
Mevrouw Snees blijft echter maar herhalen dat we DAAR koffie
kunnen drinken dus na drie foto’s houd ik het voor gezien.
De vlucht naar Yangshuo duurt niet zo lang, maar uiteraard
vertrekt het vliegtuig wel weer met vertraging. Dat schijnt wel zo’n beetje
standaard te zijn.
Er is gelukkig veel beenruimte en dat is een onverwachte
meevaller.
Ik mompel tegen Remco dat ik maar een ding wil en dat is
plat op bed in een donkere kamer.
Ik hoop dat we snel in het hotel zijn.
Groot is daarom de teleurstelling als onze nieuwe gids
Steven (27 jaar, getrouwd, een zoon) ons ophaalt op het vliegveld van Yangshuo
en meldt dat het nog twee uur rijden is naar ons hotel.
Help, ik voel me hondsberoerd…. L
Ik heb nu iets dat verdacht veel in de richting van migraine
gaat en ben nauwelijks nog aanspreekbaar.
Daarom hang ik de gehele reis – die helaas ook nog eens zeer
hobbelig is – zo’n beetje voor lijk op de achterbank van de Van en vermaakt
Steven Remco door hem te overladen met informatie over Yangshuo en omgeving.
Tegenover Steven verontschuldig ik me “ Zo ben ik anders
echt niet hoor, ik ben altijd overal in geïnteresseerd, maar nu even niet” Zucht… L
Als we dan eindelijk bij het hotel aankomen (biedt een
ietwat smoezelige aanblik) ga ik gelijk door naar de kamer, en uiteraard plat
op bed.
Voor douchen neem ik geen tijd, ik moet echt liggen anders
gaat het fout.
Mag het licht alstublieft uit?
Remco vraagt of ik iets wil eten. Als ik daar even over
nadenk besef ik, dat ik een lege maag heb en alhoewel ik absoluut geen honger
heb is het wellicht wel verstandig om iets te eten in verband met de hoofdpijn.
In het hotel is echter niets meer te eten te krijgen en ik
ga echt de straat niet meer op.
Remco en Steven gaan er daarom samen op uit en ik blijf in
het donker achter op de hotelkamer. Godzijdank is het stil en koel, want de
airco werkt prima.
Na een uurtje komt Remco terug met kipnuggets van de KFC
(ach, wat jammer, zit die hier ook al? L
) en na een paar van die dingen en wat patatjes erbij wil ik weer liggen.
Remco gaat nog gauw even douchen maar daar heb ik echt de
fut niet voor.
Ik hoop dat ik zo snel mogelijk in slaap val dan voel ik de
hoofdpijn niet meer en laat dit in godsnaam morgen over zijn… zucht… L
De ingang naar de receptie van het retreat |
De receptie/lounge |
De receptie/lounge |
Uitzicht over de besneeuwde bergtoppen; aan de andere kant ligt Lijang |
We lopen door het weiland naar het kloostercomplex |
En verlaten ons complex door de "achteruitgang" |
Deze mensen maken hun ronde om het kloostercomplex |
Nima en Remco |
Stupa met gebedsmolens |
Nima gaat ons voor |
Daarna laat Remco de gebedsrollen rollen |
En daarna ik, maar ik moet overal bukken.. |
Het wordt warmer en warmer |
Gebedsvlaggetjes |
Heel veel gebedsvlaggetjes |
Een zij-ingan van het koostercomplex |
Gebedsrollen |
Met vlaggetjes behangen stupa |
Wierookstalletje |
Prachtige kleuren, prachtig houtsnijwerk |
Wierook |
Natuurlijk moet ik weer op de foto |
Het grote plein voor het grote klooster |
Wierook |
Dakpannen worden op hun plaats gehouden door stenen |
Voor de tempel van Nima's dorp |
De rondgang rond het klooster |
Ineens is het bloedheet |
Het vliegveld van Shangri-La |
Zelfs hier gebedsrollen |
Klinkelende belletjes op het dak |
Het Sneeze mevrouwtje in de aankomsthal van het vliegveld van Shangr-La |
Aankomsthal vliegveld Shangr-La |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten